Hoe kom je van burn-out tot je fit voelen? Yep, dat lijkt soms onhaalbaar, maar ik ben ervan overtuigd dat iedereen met de juiste tips, kracht, geduld en positiviteit op dat punt kan komen.
Vandaag wil ik 7 do’s en don’ts met je delen. Dit zijn tips die ik gedurende mijn herstelfase heb geleerd. Toen ik deze ‘don’ts’ veranderen naar do’s kwam ik in een versnelling wat betreft mijn herstel. Heb jij ook nog tips? Laat het ons vooral even weten op de Facebookpagina!
Don’t: Beloftes maken
Zo, wat ben ik hier vaak ingetrapt. Voor je het weet heb je weer een afspraak gemaakt. Zeker na de eerste fase waarin je net je bed uit komt, ben je nog kwetsbaar. De ene dag kun je een paar uur werken of met een vriendin naar de stad, terwijl je de volgende dag met je gebloemde zakdoek huilend op de bank zit. Het maken van afspraken en het doen van beloftes zorgde bij mij voor veel (onnodige) druk. Ik voelde me continue schuldig en gefrustreerd wanneer ik een afspraak moest afzeggen omdat het niet ging.
Do: Per dag afspraken maken
Op een gegeven moment besloot ik om mijn situatie uit te leggen. Soms snapte mensen het en soms niet. Dat was ook prima. In plaats van vooruit te plannen maakte ik per dag afspraken. Zo ontstonden er geen verwachtingen en dat gaf lucht. Toen ik me sterker voelde begon ik afspraken per week te maken. Ik stelde een maximum van 2 afspraken per week. Naar mate ik weerbaarder werd paste ik dit steeds aan. Soms wat afspraken meer en soms wat minder.
Don’t: je omringen door negativiteit en spanning
Gevoelig voor anderen hun mening, humeur en spanningen ben ik altijd wel geweest. Toen ik burn-out raakte leek dit wel te versterken. Ik merk dat spanningen, de zogenoemde azijnpissers en sferen me echt kunnen leegzuigen.
Do: je omringen door positiviteit en blijheid
Ik probeer me zoveel mogelijk te omringen met positieve mensen die elkaar al het goeds gunnen. Van hen krijg ik niet alleen energie en een goed humeur maar zij inspireren me ook, hoe mooi is dat?
Don’t: de lat (te) hoog leggen
Na weken van rust voelde ik me strijdlustig. Ik wilde de wereld weer in. Sterker nog, ik zou de mensen om mij heen eens laten zien dat een burn-out niet voor watjes is. Nee hoor, ik zou er beter en sterker dan ooit uitkomen. Het sloop erin. De lat verschoof steeds weer een paar centimeter omhoog (iets met grenzen opzoeken?) totdat ik een enorme terugval kreeg. Door steeds maar weer doelen te stellen was ik continue bezig met het volgende moment. Het moest nog beter, sneller, sterker, fitter en leuker. Het gevolg was dat er steeds meer symptomen van zich lieten horen met uiteindelijk zelfs een 2e burn-out.
Do: aandacht voor het moment
Ik heb echt moeten leren dat goed, goed genoeg is. Het is enorm bevrijdend om niet langer bezig te zijn met prestaties maar met het proces. Ik kan nu veel meer genieten van wat ik op dat moment aan het doen ben. Door aandacht te hebben voor het moment zie je de leuke dingen ook gemakkelijker. In plaats van dat ik gefrustreerd een rondje hardloop omdat ik een bepaalde tijd en afstand wil halen, huppel ik nu met een glimlach van oor tot oor door het dorp totdat ik er genoeg van heb.
Dont: (te) weinig eten
Toen ik burn-out raakte was ik lichamelijk ook ‘out of shape’ zal ik maar zeggen. Ik was het zat en wilde me weer goed voelen, ook over mijn lijf. Ik sportte veel en at (weet ik nu) te weinig. Dat veroorzaakte zoveel stress-reacties in mijn lijf dat het een belangrijke oorzaak was bij het krijgen van een 2e burn-out.
Do: eet voedzaam en voldoende
Inmiddels heb ik een gezond en fit lijf en ik merk dat het de basis is voor hoe ik me voel. In een eerder artikel op herhealth.nl beschrijf ik wat uitgeputte bijnieren zijn en wat je hieraan kunt doen. Als je concrete tips wilt over voeding raad ik je aan dit artikel te lezen.
Don’t: jezelf als ziek beschouwen
Door jezelf als ziek te beschouwen focus je je (on)bewust op de dingen die je niet meer kunt. Zeker in het begin betrapte ik mezelf er vaak op dat ik zei ‘vroeger kon ik dat wel’ en ‘als ik beter ben dan’. Ik ben erachter gekomen dat het echt geen zin heeft om te willen zijn wie je was en verwachtingen te hebben van wie je zal zijn als je ‘beter’ bent. Het zorgt er alleen maar voor dat je gefrustreerd, boos of zelfs verdrietig bent.
Do: doen wat je kan
Natuurlijk vertrouw ik erop dat ik me steeds een stukje beter, fitter en sterker zal voelen maar ik hang daar geen waarde meer aan. Je hoeft aan niemand verantwoording af te leggen. Je bent wie je nu bent en je doet wat je doe kunt. Dat is oké. Zie iedere stap van herstel als een cadeautje en wees dankbaar voor iedere verbetering die je voelt.
Don’t: de hele dag werken
Ik ben zo’n persoon die 150% voor iets gaat of niet. Zo ook met werk. Ik wil alleen werken als ik het goed kan doen en er voldoening uit kan halen. Ik stopte nooit met werken als het werk niet af was. Newsflash: het werk is nooit klaar. En dus draaide ik overuren en werkte ik dagelijks makkelijk 10 uur non-stop. Voor pauze was geen tijd. Het rare was dat ik altijd aan het einde van de dag het gevoel had dat mijn to-do lijst alleen maar groter was geworden.
Do: regelmatig inspanning en ontspanning afwisselen
Sinds ik werk in blokken van 90 minuten inspanning en 10 tot 30 minuten ontspanning werk ik effectiever, ben ik creatiever en kan ik langer doorwerken. Ik heb een eigen coachingspraktijk en ik heb het geluk dat ik van mijn passie mijn werk heb gemaakt. Werken kost mij dus niet alleen energie maar geeft mij ook energie. Toch zet ik plichtsgetrouw mijn wekker en pak ik echt die 10 a 30 minuten ontspanning. Een praatje, een wandeling, sporten, sauna een kopje thee. Als ik mijn hoofd maar even de ontspanning geef die zij verdient.
Zelfs wanneer je in loondienst werkt kun je dit inbouwen. Het allermooiste zou natuurlijk zijn als dit onderdeel werd van de bedrijfscultuur (girl gotta have her dreams) maar zelf kun je dit ook toepassen. Ga bijvoorbeeld koffie zetten of thee halen, loop een rondje door het pand of spreek je collega van een andere afdeling aan in plaats van dat je hem/haar mailt.
Volg jij Herhealth.nl al op Instagram?
Gerelateerd: Waarom een burn-out ook positief kan zijn
Tessa Brik