Wil je afvallen dan moet je minder calorieën eten dan je lichaam verbrand. Vanuit deze theorie is het tellen van calorieën ontstaan onder mensen die aan het lijnen zijn. Tegenwoordig wordt het calorieën tellen je makkelijker gemaakt met allerlei Apps voor op je telefoon waarbij je kan invoeren wat je gegeten hebt. Maar is het eigenlijk wel nodig om al die moeite te doen? We gaan op onderzoek uit.
De relatie tussen calorieën en overgewicht
In verschillende studies is aangetoond dat je zwaarder wordt als je meer calorieën gaat eten. Er is in ieder geval een relatie tussen hoeveel je eet en je gewicht. Er is een duidelijke relatie tussen je BMI en de hoeveelheid calorieën die je eet. BMI staat voor Body Mass Index en geeft de verhouding aan tussen je gewicht en je lengte.
Vanwege de relatie tussen calorieën en overgewicht zou je denken dat je calorieën moet gaan tellen als je af wilt vallen. Ja en nee is het antwoord hierop. Het kan geen kwaad om een weekje bij te houden hoeveel calorieën je eet. Zo krijg je een beter beeld van wat je eet. De meeste mensen onderschatten namelijk hoeveel ze op een dag eten. Ze kijken vaak alleen naar de hoofdmaaltijden terwijl tussendoortjes, snacks, frisdrank en vruchtensappen veel calorieën bevatten.
Hoeveel calorieën heb je nodig?
Wil je weten of je niet meer calorieën eet dan je lichaam nodig heeft dan zal je eerst moeten uitrekenen hoeveel calorieën je lichaam verbrand. Dit is afhankelijk van je geslacht, leeftijd, lengte, gewicht en de mate waarin je actief bent. Sport je of heb je zwaar werk dan verbrand je meer calorieën. Hier kan je berekenen hoeveel calorieën je per dag nodig hebt. Is de hoeveelheid calorieën die je eet gelijk aan wat je dagelijks verbrand dan blijf je mooi op gewicht. Eet je meer dan kom je aan.
Om af te vallen moet je minder calorieën gaan eten. Een veel gegeven advies is om in ieder geval 200 kcal minder te gaan eten dan je nodig hebt om af te kunnen vallen. Dit vanwege de nauwkeurigheid van de berekeningen en omdat je nooit precies weet hoeveel je eet. Zo weet je zeker dat je in ieder geval minder eet dan je lichaam verbrand zodat je ook echt gaat afvallen.
Nadelen van calorieën tellen
Het tellen van calorieën heeft een aantal nadelen. Een belangrijk nadeel is dat er geen onderscheid gemaakt wordt tussen soorten calorieën. De ene calorie is namelijk de andere niet. Dit heeft te maken met het effect van verschillende soorten calorieën op de bloedsuikerspiegel.
Wil je afvallen dan is het van essentieel belang dat de bloedsuikerspiegel zo stabiel mogelijk blijft. Dit heeft allemaal te maken met je hormonen. Een hormoon wat grote invloed heeft op het afvalproces is insuline. Insuline is het hormoon wat aangemaakt wordt om glucose uit je bloed op te kunnen nemen. Als er veel insuline in je lichaam is dan gaat je lichaam vet vasthouden en kan je geen vet meer verbranden. De insuline is laag te houden door pieken in de bloedsuikerspiegel te voorkomen. Pieken in de bloedsuikerspiegel krijg je als je veel koolhydraten eet of als je koolhydraten van het verkeerde type eet.
Het eten van toegevoegde suikers en geraffineerde koolhydraten veroorzaken pieken in de bloedsuikerspiegel. Dit komt omdat deze zeer snel tot glucose worden omgezet en direct door het bloed opgenomen worden. Eet je een koek, waarin toegevoegde suikers en geraffineerde koolhydraten zitten, dan krijg je een piek in de bloedsuikerspiegel en insuline. Terwijl als je een schaaltje havermoutpap eet dit niet het geval is. De havermout bevat complexe koolhydraten die langzaam tot glucose worden afgebroken. Er ontstaat dan een gelijkmatige en geleidelijke afgifte van glucose aan het bloed waardoor je geen piek in de bloedsuikerspiegel krijgt. Hoewel de hoeveelheid calorieën van de koek gelijk is als die van het schaaltje havermoutpap hebben ze een totaal andere werking op het afvalproces. Het is daarom veel belangrijker om te letten op wat je eet en minder op hoeveel je eet.
Dat de ene calorie de andere niet is blijkt ook uit de verschillende effecten van koolhydraten, vetten en eiwitten. Als je koolhydraten dan raak je niet snel verzadigd. Vaak is het zelfs zo dat als je koolhydraten eet dat je alleen maar meer zou willen. Koolhydraten hebben een hoge dooreetfactor. Als je vetten of eiwitten eet dan raak je veel eerder verzadigd. Het is zelfs zo dat als je vetten of eiwitten eet dat je dan vanzelf stopt met eten als je lichaam genoeg calorieën heeft binnen gekregen. Vetten en eiwitten zorgen voor een gevoel van verzadiging terwijl koolhydraten dit niet doen. Dit heeft ook weer te maken met hormonen. De calorieën afkomstig van vetten of eiwitten is daarom anders dan de calorieën afkomstig van koolhydraten.
Wat nu?
Goede diëten zijn gebaseerd op de verschillende uitwerking van verschillende soorten calorieën. Een goed voorbeeld hiervan is het koolhydraatarm dieet. Bij het koolhydraatarm dieet eet je maar weinig koolhydraten en veel vetten en meer eiwitten. Ook eet je complexe koolhydraten en geen toegevoegde suikers en geraffineerde koolhydraten meer.
Hierdoor blijft de bloedsuikerspiegel stabiel en wordt er minder insuline aangemaakt. Omdat de vetten en eiwitten zorgen voor een goed gevoel van verzadiging is het bij dergelijke diëten niet nodig om calorieën te tellen. Een andere dieetvorm waarbij het niet nodig is om calorieën te tellen is het ketogeen dieet. Het ketogeen dieet is een strenge vorm van het koolhydraatarm dieet. Je eet dan nog maar nauwelijks koolhydraten en heel veel vetten. Dit zorgt voor een hoog gevoel van verzadiging.
Conclusie
Je kunt een poosje calorieën tellen om een beter beeld te krijgen van hoeveel je eet. Calorieën tellen is geen garantie dat je afvalt (als je de verkeerde dingen blijft eten). Wil je meerdere kilo’s afvallen dan zoek je het beste een dieet wat dusdanig slim in elkaar zit dat het tellen van calorieën niet nodig is.
