Kinderen

5 Dingen die je als ouder nooit tegen je kinderen moet zeggen

5 dingen die je nooit tegen je kinderen moet zeggen

Het ouderschap is geen gemakkelijke taak. We hebben allemaal onze eigen bagage, onze persoonlijkheden, de manier waarop we emoties omgaan, ons zelfbewustzijn en ervaringen die we meenemen in de manier waarop we onze kinderen opvoeden. Het is een rol die flexibiliteit, liefde, geduld en verantwoordelijkheid met zich mee brengt.

Onderstaand zie je 5 voorbeelden van dingen die je als ouder nooit tegen je kind zou moeten zeggen:

1 Een reprimande beginnen met: “Jij doet altijd…”
Kinderen maken fouten en soms gedragen ze zich slecht. Dus soms moet je als ouders nou eenmaal optreden. Wanneer ze niet luisteren, een drukke straat over rennen of ze doen juist wat van jou niet mocht. Maar voordat je optreedt denk dan heel even na en begin je reprimande niet met “Jij doet altijd….”.

Maar waarom is het beter om deze woorden niet te gebruiken? Omdat je op dat moment niet het gedrag afkeurt, maar het kind voor wie hij of zij is. De woorden “jij doet altijd” verdraaien iets wat eigenlijk een reactie is op een bepaalde gebeurtenis, in een aanval op wie het kind is en wie het kind zou moeten zijn. Variaties op deze woorden zijn: “Wat is er mis met jou?” en “Kun je nou nooit een keer”.

2 Persoonlijke ruimte en privacy van een kind negeren
Wanneer een kind opgroeit en zich ontwikkelt, dan is het aan de ouder om zich ook langzaam wat aan het kind aan te passen. Want wat werkt bij een kleuter zal niet automatisch ook de beste aanpak zijn voor een kind wat in groep 7 zit en die zijn sociale vaardigheden aan het leren en testen is. Probeer de grenzen die bij de leeftijd van een kind horen te respecteren. Want door de grenzen van je kind te accepteren – het herkennen van behoefte aan privacy en ruimte geven om gevoelens en gedachtes te uiten zonder dat je hier kritiek op geeft – zal een kind leren dat zij haar eigen grenzen en die van anderen moet respecteren.

Een autoritaire ouder die strenge regels in huis heeft zal er bij een kind voor zorgen dat hij of zij automatisch de rol van pleaser aanneemt. Ook kun je op deze manier de unieke kwaliteiten van jouw kind missen. Op deze manier kan je kind onzeker worden, niet weten wie hij of zij zelf is en het iedereen altijd maar naar de zin willen maken waardoor hij of zij zichzelf vergeet. Dit kan vooral lastig worden wanneer ze volwassen zijn.

3 Het gebruik van woorden om schaamte of schuld op te roepen
Of je nou een huilend kind “jankerd” of “watje” noemt of je zegt tegen een kind dat hij of zij “dom”, “dik” of “lui” is (al dan niet in een grapje): de schade is al berokkend. Woorden kunnen enorm veel pijn doen. Recent onderzoek toont aan dat het neurologische netwerk van de hersenen van fysieke en emotionele pijn hetzelfde zijn. Ter aanvulling, de stress die voortkomt uit verbaal misbruik kan permanente schade aanrichten aan een brein wat nog in ontwikkeling is. Uit onderzoek blijkt ook dat geen enkele lieve verbale affectie op kan tegen de effecten van eerdere verbale agressie. Negatieve dingen hebben een grotere impact op mensen dan positieve dingen.

Wanneer je denkt dat jij je kind sterker of weerbaarder maakt door zo tegen hem te praten dan heb je het mis. Want woorden kunnen wel degelijk wapens zijn.

Bewaar dit artikel op Pinterest

4 De gevoelens van je kind wegwuiven door te zeggen dat hij of zij te gevoelig is
Een jong kind heeft nog niet het zelfvertrouwen om deze ‘beschuldiging’ te relativeren en zal aannemen dat hij of zij iets verkeerds heeft gedaan. Het kind zal geloven dat zijn of haar gevoeligheid een probleem is, wat zal leiden tot wantrouwen in haar gevoelens en percepties. Het is heel subtiel, maar toch schadelijk voor een kind. Want het kind kan het opvatten als: “Wat jij voelt is niet belangrijk voor mij of iemand anders” en “Het is jouw schuld, want er is iets mis met jou”.

5 Het ene kind met het ander vergelijken
Er is altijd wat rivaliteit tussen kinderen uit één gezin, maar recente studies tonen aan dat het niet altijd onschuldig is. Een ouder die de spanning en competitie tussen kinderen aanmoedigt doet iets niet goed. Uitspraken als: “Kon je maar meer als je zus zijn” of “Je broer doet het zo goed op school, waarom doe jij niet een keer je best” werken niet inspirerend voor een kind. Het enige wat deze uitspraken doen is dat ze het kind minder laten voelen dan hun broer of zus. Probeer in te zien dat elk kind een individu is.

Probeer je kinderen te zien als individu. Kinderen maken fouten, dat is goed want daar leren ze van en zo kunnen ze groeien. Kinderen hebben grenzen nodig, maar zullen op een bepaalde leeftijd ook hun eigen grenzen moeten leren aangeven. Het ouderschap is een lastige maar prachtige baan, ook jij als ouder kunt leren van je fouten waardoor je eigenlijk nooit uitgeleerd bent.